Ik haat de woorden ‘Cultuur’, ‘Vrouwen’ en ‘Homo’s’.

Dat moet ik even uitleggen – ook al is daar een column sowieso voor bedoeld. Deze titel is niet zomaar om te prikkelen. Deze titel is omdat ik werkelijk waar die woorden haat. Het polariseert. Voorbeelden? Natuurlijk; heb ik.

Ik had ooit een Russische vriendin. Geweldige dame. Maar soms hadden we een meningsverschil. Ik begreep soms niet waarom zij iets deed, en zij begreep soms niet waarom ik iets vond. Ze noemde dat ‘cultuurverschillen’. Zij leefde immers in Rusland, en ik in Nederland. Dan heb je inderdaad cultuurverschillen. Maar toch voldeed dat woord niet voor mij. Een cultuur is alleen maar een gemiddelde van het hele volk, of als je iets preciezer bent: het meest voorkomende in een groep. Ik voel me niet een gemiddeld persoon, of een ‘normaal’ persoon. Ik ben geen standaard Hollander. Ik denk opener dan de meesten, althans dat tracht ik. Ik voel me dus een beetje beledigd als mijn gebruiken worden afgeschoven op de ‘cultuur’. Ik heb dat verdomme zelf bedacht en niet uit de cultuur nageaapt! We hadden volgens mij weliswaar cultuurverschillen, maar dat vond ik geen goede uitdrukking. Ik sprak liever over persoonlijke verschillen. Zij deed iets anders dan ik – en vice versa – basta.

Vrouwen kunnen minder goed voetballen, vrouwen zijn zorgzamer, vrouwen… Je voelt het al aankomen; gemiddeldes. Ik kan me heel goed voorstellen dat door de generaties heen het zo is gebleken dat vrouwen vaker zorgzaam zijn. Maar wat zegt dat over mij als man? Helemaal niks. Ik ben best zorgzaam, vind ik zelf. Ik ben best ‘vrouwelijk’. Maar ik ben in andere opzichten heel mannelijk. Nou ja, ik ben vooral Tommy Zwartjes. En Tommy Zwartjes kan minder goed voetballen, Tommy Zwartjes is zorgzamer, Tommy Zwartjes…

Homo’s.. Nou ja vul dat allemaal zelf maar in. Je snapt m’n punt.

Toedels.