Weet je nog? Dat je vwo-advies kreeg? Of misschien wel mavo, of VMBO-T zoals dat nu heet. Je vergeleek je uitslag met die van de andere groep 8-ers. Maar wat raar eigenlijk. Alsof de ene beter is dan de andere. Het spreekt voor zich dat er sommige mensen zullen zijn die inderdaad niet zo veel kunnen. Maar ik ga er vanuit mijn naïeve optimisme vanuit dat dat wel meevalt voor de meeste mensen.
Ronnie is heel slecht in rekenen. Een ramp, want door zijn totale onvermogen daartoe, ging zijn gemiddelde omlaag. Hij scoorde VMO-T, terwijl hij een geniaal kunstenaar is. Niet alleen goed in tekenen, maar ook slimme abstracte concepten oog voor detail. Bovendien was hij een doorzetter. Ronnie is nu 32 en is dolgelukkig met zijn werk als filmregisseur. Het ging niet van een leien dakje, want op school redde hij het niet. Knokken, dat heeft hij gedaan.
De cito toets test op allerlei onderdelen, om vervolgens een ‘niveau’ aan te geven. Zou het niet een veel beter systeem zijn om te worden getoetst op je individueel relatief vermogen? Dat leg ik even uit: Stel je bent slecht in taal, maar heel goed in topografie. Dan zou erop jouw toetsresultaat moeten staan: “10% Taal, 90% topografie”. Of; “ 1. Topografie, 2. Taal”. Nu is het testen van kinderen een uitgebreidere bedoening. Er zou dus best kunnen staan: “1. Topografie, 2. Taal, 3. Rekenvaardigheid 4. Begrijpend lezen 5. Ruimtelijk inzicht. 6.…..” enzovoort. Waarom is dat beter? Mijn stelling is dat individueel relatief beoordelen beter is, omdat je dan uitgaat van de kracht van het kind, in plaats van de vergelijking te maken met de rest van de klas. Of beter gezegd; je kiest voor het talent van het kind, in plaats van de verwachting van de maatschappij. Stimuleren van iets dat al aanwezig is, is beter dan iets creëren dat er nog niet is. Wat vind jij?